Push ups, deel 3: Als we het allemaal niet meer weten…

Portret Bart Stofberg

Door Bart Stofberg en en Eelco Rouw

De wereld waarin we leven verandert ingrijpend en snel. Aan de it-kant zijn er drie grote veranderbewegingen, de technology push, de information push en de social push. Die drie pushes bieden enorm veel nieuwe mogelijkheden. Iedere onderneming moet zich de vraag stellen: Wie gaat die pushes het beste benutten: Wij, of onze concurrenten?

 

Beauty is in the constraints

…want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, dichtte Willem Elsschot. En zo hebben we altijd naar de wereld gekeken. We bedenken van alles, we barsten van de fantasie, maar wat we bedenken kan niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. We konden onze dromen niet vormgeven, want ze konden niet. Heel vaak omdat de technologie nog niet rijp was voor onze plannen. Te groot, te lelijk, te log, te langzaam, te duur, te star, te inflexibel, nou ja, te beperkend. En dus bedachten we mooie dingen, om al die technologische beperkingen heen. Mooie dingen die door al die beperkingen, juist extra bijzonder werden. Beauty is in the constraints.

Maar de wereld verandert. Er zijn bijna geen technologische beperkingen meer en als ze er nu nog zijn, dan worden ze in het komende jaar wel opgelost. De wet van Moore, vernoemd naar één van de oprichters van de chipgigant Intel blijkt na al die jaren nog steeds van kracht te zijn. De toenemende openheid in de vorm van Open Source en Open Hardware zorgt er daarnaast voor dat problemen, waar een individu niet uitkomt door een grote groep van verschillende gelijkgestemden in no time worden opgelost.

Door de wet van Moore kan het klein én mooi én wendbaar én snel én goedkoop én handig én flexibel, allemaal tegelijk. De telefoon die u nu op zak heeft, kan evenveel als een zware bureaucomputer uit 2007-2008 en als u een echt dure telefoon heeft dan misschien wel uit 2009-2010. In de tijd dat Eelco op de TU zat – zo rond de eeuwwisseling – konden de logge computers nog geen fractie van de PC’s uit 2007 en 2008.

Maar niet alleen de ‘harde technologie’ heeft een sprong gemaakt. Alles wordt ook nog eens ontzettend slim, oplettend en zelfs creatief. De bouwblokken zijn steeds krachtiger geworden en mensen maken er de mooiste dingen mee. Neem bijvoorbeeld een man uit Nederland die een ‘slimme spiegel’ heeft gemaakt. Zodra hij voor deze spiegel staat wordt hij vriendelijk begroet en krijgt hij in de hoek feitjes en weetjes te zien waarmee hij zijn dag kan beginnen. De spiegel kent elk lid van zijn gezin en maakt het scheren en tandenpoetsen tot een multimediale ervaring. Heeft deze man hier jaren aan gewerkt? Nee. Een creatieve geest en allerlei bouwblokken die je kunt downloaden en bestellen zijn uiteindelijk de basis. Nee, de technologie is geen beperking meer. Eigenlijk zijn er nog maar twee echte beperkingen: onze onderneming en onze fantasie.

 

Onze onderneming

De afgelopen jaren stonden in het teken van schaalgrootte en compliance. Dat heeft ondernemingen groot, log, traag en functioneel beperkt gemaakt. Niet erg geschikt om tot vernieuwing en innovatie te komen. En toch is dat precies wat er nodig is om de concurrenten te weerstaan, die technologie op steeds meer manieren gaan gebruiken. Dat begint al bij ‘gewone’ dingen: het nieuwe werken, steeds meer spulletjes uit en in de cloud, vrijheid door BYOD en 3D-printers die reserveonderdelen kunnen printen in plaats van logge bestelprocessen. Maar het wordt nog veel ingrijpender. Predictive systems gaan mensen vervangen. Planning, administratie, archivering, beoordeling, coördinatie: een groot deel van de operationele en tactische laag van de organisatie wordt overgenomen door technologie. Decision support systems helpen om onderbouwde keuzes te maken en worden steeds beter door middel van machine learning. Dit gaat zo ver dat systemen steeds meer geautoriseerde beslissingen kunnen nemen.

Energiemaatschappijen zien hun rol als leverancier afnemen. Een zonnecel op het dak gaat zelf onderhandelen met de verschillende stroomafnemers en verkoopt zijn energie aan de hoogst biedende. Dingen gaan zich ontwikkelen tot intelligente eenheden. De hele middenlaag, die we vroeger de ‘lemen laag’ noemden en die alle verandering tegenhield, die laag wordt met rasse schreden grotendeels vervangen door technologie. Misschien niet bij jullie, die lemen laag is tenslotte taai, maar wel bij jullie concurrenten. Er wordt voorspeld (en eigenlijk is dat ook heel logisch) dat organisaties die zoveel mogelijk gebruikmaken van hun eigen digitale grondstoffen in staat zijn om beter in te spelen op veranderingen en kritisch naar de eigen organisatie kunnen kijken. Big data, BI en andere concepten maken trends en onderliggende verbanden transparant en maken disruptief denken en gevaarlijke vragen mogelijk.

Ondernemingen die willen overleven hebben twee opties: Early follower worden, of nog trager, en concurreren op prijs, meedoen aan de ‘race to the bottom’. Of frontrunner worden, meedoen aan de ‘race to the top’. Voor dat eerste kun je het beste meteen verhuizen naar China, voor dat tweede moet je fantasie gaan organiseren, die tweede beperking.

 

Fantasie

Want fantasie wordt de onderscheidende factor. Vroeger konden we bij lange na niet alles realiseren wat we hadden bedacht door alle technologische beperkingen. Maar die beperkingen zijn er bijna niet meer. Nu kunnen we onmogelijk bedenken wat we allemaal kunnen realiseren. Onze fantasie is de beperkende factor geworden. Mensen met fantasie en het lef om te experimenteren zijn uiteindelijk de ‘change agents’ die duurzame veranderingen bewerkstelligen.

Daan Rosegaarde noemt zichzelf artiest en innovator. Hij bedenkt dingen die dan alleen nog maar technologisch gerealiseerd hoeven te worden. Samen met ingenieursbedrijf Heijmans heeft hij smart highways ontwikkeld, wegen die deels van kleur veranderen als het gaat vriezen, zodat er waarschuwingen in het wegdek verschijnen, maar die ook overdag zonlicht absorberen en daarmee ’s nachts de weg verlichten, en rijbanen waarop een elektrische auto tijdens het rijden wordt opgeladen. Hij heeft ook een stoel ontworpen, waarin je een korte, maar felle stroomstoot krijgt als je ‘ja, maar’ zegt. En hij heeft nog veel meer bedacht en gerealiseerd. Hoe minder je je aantrekt van de beperkingen en hoe meer je je verbeelding en fantasie de ruimte geeft, hoe ingrijpender de vernieuwing die je zelf kunt bedenken. Ondernemingen die mee willen doen aan de race to the top, zullen allemaal Daan Roosegaarde moeten worden.

 

Gesloten en open deuren

In zijn boek Briljante ideeën: hoe kom je er op? vergelijkt Steven Johnson de (ontdekte en onontdekte) wereld met een huis dat bestaat uit oneindig veel kamers. De ene kamer heeft veel deuren, de andere weinig. Innovatie is dan eigenlijk het openen van een deur naar een nog onbekende kamer. En die kamer bevat weer nieuwe deuren, die toegang geven tot wéér nieuwe kamers. Enzovoort. De ontdekking van de ene deur opent de weg naar de ontdekking van een andere. Sommige innovaties, sommige ontdekkingen, zijn meer een gang dan een kamer. Ze creëren een heleboel nieuwe mogelijkheden, denk aan de uitvinding van het wiel, de stoommachine, de computer en het internet. Als er net een kamer is ontdekt, is de kans groot dat daar nog onontdekte deuren zijn. Dat maakt het lonend om zelf innoverend bezig te zijn en om de ontwikkelingen te volgen. Als je zelf in de laatst ontdekte kamers bent geweest, is de kans groter dat je zelf een nieuwe deur opent of dat je adequaat kunt reageren op nieuwe kamers. Je was er immers al vlak bij.

Patenten en intellectueel eigendom zorgen ervoor dat er sloten op deuren komen en ze beperken daarmee de mogelijkheid om te innoveren.

 

Een hoop mieren

Maar nu openbaart zich een probleem. Ergens tussen onze vierde en achttiende verjaardag zijn we bijna al onze fantasie kwijtgeraakt. Spelen maakt plaats voor studeren en je plaats vinden in de sociale context. We hébben bijna geen Daan Roosegaardes meer in Nederland. We hebben onszelf getransformeerd naar een hoop mieren. Harde werkers, maar zonder creativiteit. Ja-maar-denkers, die zuchtend hun werk doen. Helemaal gemaakt voor de race to the bottom…

 

Een mierenhoop

Er gebeurt iets bijzonders als je van een hoop mieren overstapt op een mierenhoop. Een hoop mieren is een verzameling domme uitvoerders. Een kudde. Er gebeurt niets. Maar een mierenhoop is een intelligent organisme, vele malen intelligenter dan al die afzonderlijke mieren samen. Als je een mierenhoop door elkaar gooit, dan roept niet de directeur of de koningin van de hoop de lokale mierenarchitecten bij elkaar voor spoedoverleg en een rampenplan. Integendeel. Dan doen al die mieren samen, ongestuurd, precies dat wat er nodig is. Ze herstellen samen de mierenhoop, redden wat er te redden valt en doen wat er nodig is. Precies die dynamiek hebben we nodig. Geen briljante mieren, maar een briljante mierenhoop, een community, die uitblinkt in open collaboratie.

 

Is dat niet hopeloos?

Iedere onderneming probeert een kennissysteem op te zetten. Dat lukt geen enkele organisatie. De medewerkers die daar per se niet aan mee willen doen, gaan thuis gerust een paar uur Wikipedia en Facebook vullen, of ze gaan bloggen of twitteren. Op het werk sputteren we op allerlei gebied tegen, maar als we met vrienden in de kroeg zitten, komt er geen ‘ja-maar’ over onze lippen. Op het werk zijn we bang voor verandering, privé beginnen we relaties, verhuizen we, krijgen we kinderen en vinden we dat nog leuk ook. Op het werk willen we geen enkel risico lopen, in onze vrije tijd doen we aan wedstrijdsport en spelletjes, ‘omdat het zo spannend is’ . Wat gebeurt er met mensen als ze bij een bedrijf werken? Wat doen we met zijn allen niet goed?

Kijk eens naar het blije-eikel-gehalte van opensource communities. Kijk naar de energie die van de mensen afspat als ze mee doen aan hackatons. We zullen met onze onderneming moeten leren van die communities, we zullen ook zo moeten worden. Een ongestuurde mierenhoop van blije eikels. Met ambitie. Met wilde ideeën. We zullen ons moeten afvragen hoe je zo wordt. Wat maakt nou dat enthousiasme los in vakmensen? Het voorbestaan van de onderneming hangt er van af. Dat wat we kunnen, wordt overgenomen door technologie. Blijven we over met dat wat we niet kunnen. Samen onze verbeelding en fantasie aan het werk zetten.

De resultaten zijn te vinden op sites waarop mensen broncode beschikbaar kunnen stellen. Github, Bitbucket, Thingiverse, Instructables en Hackaday.io stimuleren mensen om elkaars projecten te bekijken en deze te hergebruiken en zelf aan te passen (‘forken’). Feitelijk niets anders dan het bieden van extra deuren in de eerder genoemde ‘kamer’ met grote pijlen en teksten in de trend van ‘Open mij!’

 

Kwakzalvers

Als het slecht gaat met mensen, dan zoeken ze vaak hun heil bij kwakzalvers. Die hebben dan eenvoudige middelen die helpen tegen alles. Dat voelt fijn, alleen lost het niks op. Nu gaat het slecht met ondernemers en dus melden de kwakzalvers zich daar. Met eenvoudige oplossingen die helpen tegen alles. Laat jullie niet in de luren leggen. We weten het niet en niemand weet het. We zullen al experimenLerend aan de slag moeten. Enthousiast en met elkaar, dan hou je dat enthousiasme beter vast. Samen, met mensen van binnen en van buiten de onderneming. ‘Beauty is in de contraints’ en dat zijn wij deze keer. Dat maakt ons mooier dan we dachten.

 

Gaat dit allemaal vanzelf?

Op globaal niveau hoef jij als individu niets te doen voor deze bewegingen, doe gewoon gezellig mee. Kijk naar het internet, de kickstarters van deze wereld en de mooie opensource initiatieven en je ziet direct waar het naartoe gaat en wat open doet met mensen.

Een belangrijk uitgangspunt bij verandering is dat het eerst moet schuren. Er moet eerst een ‘sense of urgency’ zijn, die een groepje mensen in beweging zet. En als we op globale schaal kijken zijn er genoeg uitdagingen.

De opensource beweging is feitelijk op dezelfde grond begonnen, omdat een groep mensen het onacceptabel vond dat gesloten en dure software een drempel vormt voor innovatie. Mensen als Richard Stallman en Linus Torvalds hebben de weg geplaveid voor iets wat we nu de normaalste zaak van de wereld vinden (en gelooft u dit niet, kijk dan maar eens rustig in de ‘juridische informatie’ van uw iPhone of Android smartphone).

Naast de sense of urgency is het ook een uitdaging om onder ongunstige randvoorwaarden met allerlei beperkingen mooie dingen te maken. Het Zen principe ‘Beauty is in the constraints’ vormt een belangrijke drijfveer voor de nieuwsgierige mens om toch verder te gaan. De homecomputers uit de jaren 80 zijn tot op de draad uitgenut, terwijl de computers van nu voor het grootste deel van de tijd niets staan te doen.

Technologie is niet meer de ‘constraint’, het is de fantasie en het menselijk bevattingsvermogen geworden. In plaats van teleurgesteld te raken in onze eigen beperkingen moeten we er de schoonheid van (h)erkennen. Organisaties moeten zoeken naar de mensen met de juiste beperkingen om vooruit te komen. Bedenk dat de grootste geesten van de wereld juist door hun beperkingen het verschil hebben kunnen maken. Misschien helpen de grootste ‘fladderaars’ en ‘dagdromers’ u wel met de volgende stap!

Eelco Rouw Push ups met StofbergEelco Rouw is technology madman

bij Quint Wellington Redwood

 

 

 

 

Bart Stofberg is organisatieveranderaar bij Quint Wellington Redwood

Gerelateerde berichten...