Medewerkers in de logistieksector verliezen gemiddeld 4.3 uur per week aan levertijd door downtime. Bij 36% leidt tot extra stress en bij 34% tot overuren.
Dit blijkt uit onderzoek van SOTI onder 1700 transport- en logistiekprofessionals. De resultaten brengen de aanzienlijke technologische uitdagingen en kansen van de sector aan het licht. Met de groeiende intensiteit van het goederenvervoer is de behoefte aan geavanceerde mobiele technologie groot. Het stelt medewerkers niet alleen in staat om naadloos te communiceren, maar smartphones kunnen ook omvangrijke scanners en andere losse apparaten vervangen door applicaties die dagelijkse workflows stroomlijnen.
Maar Nederlandse werknemers verliezen gemiddeld 4.3 uur per week door downtime, wat aanzienlijk meer is dan in alle andere onderzochte Europese landen. Meer dan een derde (36%) van Nederlandse werknemers in de transport en logistiek (T&L) verliest zelfs meer dan vijf uur per week. Daarnaast besteedt 28 procent van de Nederlanders meer dan de helft van hun werktijd aan retouren, terugroepacties en leveringsfouten.
Slechte mobiele gebruikerservaring en securityrisico’s
Het onderzoek wijst erop dat de toename van mobiele applicaties leidde tot een ingewikkelde gebruikerservaring, waardoor het aantal verzoeken om IT-ondersteuning stijgt. Security blijft een topprioriteit, met apparaat- en datalekken die aanzienlijke risico’s vormen. Hoewel de zorgen onder werknemers het grootst waren in Mexico (71%), Canada (69%) en Nederland (67%), was dit in elk onderzochte land een gemeenschappelijke zorg van meer dan de helft van de respondenten. Wereldwijd en in alle functies maakt 58% van de werknemers zich zorgen over het feit dat klantgegevens in verkeerde handen kunnen vallen. T&L-aanbieders moeten robuuste beveiligingsmaatregelen implementeren.
Werknemers onvoldoende getraind
Meer dan driekwart (76%) van de Nederlandse deelnemers voelt zich voldoende getraind in het veilig opslaan van gegevens op hun mobiele apparaten. Hun grootste zorg is echter het verlies of de diefstal van hun apparaten, een probleem dat door 66% van de Nederlandse respondenten wordt genoemd.
De waarde van mobiele technologie maakt het toewijzen van apparaten aan individuele werknemers tot een vanzelfsprekende best practice. Dit stelt bedrijven in staat om te waarborgen dat mobiele apparaten up-to-date zijn, beschermd tegen cyberaanvallen en dat hun prestaties binnen de organisatie gemonitord kunnen worden. Toch geeft 75% van de Nederlandse frontline medewerkers aan dat het delen van apparaten steeds gebruikelijker wordt.
Door de huidige economische uitdagingen, waarbij kostbare tijd verloren gaat door downtime van apparaten en de vertragingen die daaruit voortvloeien, lopen werknemers het risico overuren te maken. Wereldwijd zegt 35% dat zij overuren maken door vertragingen, met aanzienlijk hogere percentages in regio’s zoals Mexico (43%), de VS (41%) en Canada (40%). In Nederland ligt dit percentage op 34%. Bovendien zorgt downtime van apparaten ervoor dat bijna de helft (48%) van de wereldwijde werknemers zich gestrest voelt, wat wordt verergerd door andere negatieve effecten op de betrokkenheid en het moreel van medewerkers.
In Nederland is de stress door downtime van apparaten het laagst, met 36%, maar nog steeds aanzienlijk. Een vijfde (21%) van de wereldwijde ondervraagden gaf aan dat downtime betekende dat ze hun voorkeursroute verloren. In Nederland is dit percentage 24%.
Bedrijven zouden meer moeten doen
Het onderzoek benadrukt ook de noodzaak van verbeterde duurzaamheidsinspanningen in de T&L-sector. Zo erkent 98% van de Nederlandse werknemers dat hun werkgevers stappen ondernemen richting duurzamer werken. Wereldwijd zegt 82% dat hun werkgever stappen onderneemt om de leverefficiëntie te verbeteren.
Desondanks vindt 75% van de Nederlandse medewerkers dat hun bedrijven meer zouden moeten doen om de planeet te beschermen. Bovendien zegt 65% van de Nederlandse frontline medewerkers dat ze hun baan zouden overwegen op te zeggen als hun werkgever onvoldoende doet om het milieu te beschermen, wat wijst op de mogelijke impact op het behoud van personeel.