8min Zorg

Nieuwe subsidieregeling digitale gegevensuitwisseling zorg

Nieuwe subsidieregeling digitale gegevensuitwisseling zorg

Sinds deze week is de subsidieregeling InZicht gestart. De bedoeling is om hiermee gegevensuitwisseling in de zorg te verbeteren,. In totaal is er 90 miljoen euro subsidie beschikbaar. Instellingen kunnen vanaf nu aanvragen indienen.

Zorgverleners die meer tijd overhouden voor directe zorg aan hun cliënten. Maar tegelijkertijd met meer regie op het zorgproces voor cliënten en mantelzorgers. Dat is wat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) met de subsidieregeling InZicht wil bereiken.

 

Ingewikkeld

Veel zorgverleners ervaren een hoge werkdruk door overbodige regels of ingewikkelde uitwisseling van gegevens. Een (transfer)verpleegkundige bijvoorbeeld die voor één oudere patiënt meerdere malen gegevens moet overtypen om hem of haar van ziekenhuis naar wijkverpleging over te dragen.

Een wijkverpleegkundige die niet op de hoogte is van de opname in het ziekenhuis waardoor deze onnodig voor een dichte deur staat. Of de patiënt die na een heupoperatie keer op keer zijn verhaal moet doen aan verschillende zorgverleners. Met goede digitale gegevensuitwisseling kan dit verbeterd worden. De subsidieregeling InZicht is er om digitale gegevensuitwisseling in de zorg te stimuleren.

Meer kwaliteit

Door digitale uitwisseling van gegevens over de cliënt stijgt de kwaliteit van de zorg. Zorgprofessionals hebben hierdoor eerder alle informatie van een cliënt digitaal beschikbaar.

Cliënten en mantelzorgers kunnen hierdoor meer inzicht in hun zorg krijgen, en meer regie daarover nemen. VWS werkt bij het stimuleren van digitale gegevensuitwisseling nauw samen met de branche- en beroepsorganisaties ActiZ, VGN, GGZNederland, Zorgthuisnl en V&VN. Geïnteresseerde zorgaanbieders en samenwerkingsverbanden kunnen bij DUS-I een aanvraag voor de subsidieregeling InZicht indienen.

 

Proeftuinen

Inmiddels doen al 16 samenwerkingsverbanden in de zogenoemde ‘Proeftuinen InZicht’ ervaring op met het uitwisselen van gegevens binnen en buiten de langdurige zorg. Dit levert kennis op over mogelijke belemmeringen en welke zaken beter moeten worden geregeld. De verwachting is dat instellingen hierdoor eerder gebruik zullen maken van de regeling.

Gegevensuitwisseling tussen cliënt en zorgprofessional, zorgprofessionals onderling en de langdurige en curatieve zorg is nog niet altijd digitaal. Het programma InZicht heeft als doel om veilige en eenduidige digitale gegevensuitwisseling te versnellen.

Door het digitaal toegankelijk maken en uitwisselen van gegevens wordt het samen beslissen met de cliënt of mantelzorger ondersteund. Ook vermindert de administratieve last voor de zorgprofessional. Daardoor is er meer tijd voor de cliënt en worden er minder onnodige fouten gemaakt in de registratie van gegevens. Dat vergroot de veiligheid en het vertrouwen in de zorg.

 

InZicht bestaat (op dit moment) uit 2 modules:

Module PGO. U slaat alle gegevens digitaal op en maakt deze toegankelijk in uw systeem volgens MedMij-standaarden. Zo stelt u de gegevens beschikbaar voor de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO) van de cliënt. Hierdoor kan de cliënt een PGO gebruiken.

De implementatie van deze module is verplicht en moet als eerste worden opgepakt. Uiteraard geldt dit niet als uw instelling al een PGO heeft. U kunt deze module zelfstandig aanvragen, maar het mag ook binnen een samenwerkingsverband.

Module eOverdracht. U gaat met zorgprofessionals digitaal gegevens uitwisselen bij de verpleegkundige overdracht. Deze module is niet verplicht. Maar het aanvragen ervan kan alleen binnen een samenwerkingsverband.

 

De drie fases van de regeling

Fase 1: Contextanalyse

Om een contextanalyse te maken, meldt u zich eerst aan via inzicht@minvws.nl onder vermelding van “Aanmelding contextanalyse”. U wordt dan door het programmabureau uitgenodigd voor een intakegesprek. Hierin maakt u onder andere verdere afspraken over de afronding van de contextanalyse.

 

Fase 2: Plan van aanpak

Als de contextanalyse klaar is, kunt u zich aansluiten bij een samenwerkingsverband. U schrijft samen een plan van aanpak voor de implementatie van de module PGO en/of eOverdracht. Gebruik daarbij onderstaande templates.

Het programmabureau ondersteunt bij het schrijven van het plan van aanpak. Vervolgens schrijft het programmabureau een advies dat wordt gebruikt bij de beoordeling van uw aanvraag.

Daarna kan de projectleider een aanvraag indienen namens het samenwerkingsverband. Afspraken over de samenwerking legt u vast in de samenwerkingsovereenkomst.

 

Template samenwerkingsovereenkomst

Fase 3: Subsidieaanvraag implementatie

Als het samenwerkingsverband de samenwerkingsovereenkomst heeft ondertekend en een van advies voorzien plan van aanpak heeft, kan de projectleider een subsidieaanvraag indienen. De uiterlijke datum hiervoor is 1 december 2019.

 

Aanvraagcriteria

Fase 1 en 2

Voordat subsidie kan worden aangevraagd moeten fase 1 en 2 zijn uitgevoerd. Daarbij is gebruik gemaakt van de templates en het plan van aanpak is door het programmabureau van advies voorzien.

 

Fase 3

De module PGO kunt u zelfstandig aanvragen. Maar het mag ook binnen een samenwerkingsverband.
Een samen­werkings­verband is verplicht bij de module eOverdracht.

Dan vraagt de projectleider subsidie aan.
De contextanalyse en het plan van aanpak worden bij de

subsidieaanvraag ingediend.
De ICT-oplossingen moeten generiek toepasbaar zijn. Dat betekent dat ze zo breed mogelijk moeten worden gebruikt en geen maatwerkoplossingen voor uw instelling zijn. Dat geldt voor de software en voor de platforms waarop deze wordt gebruikt.

De ICT-oplossingen zijn ontwikkeld volgens afgesproken informatiestandaarden.
Een zorginstelling (of een groep van instellingen die een concern vormt) kan per module in één samenwerkingsverband subsidie aanvragen. Die aanvraag kan wel een concern-brede implementatie betekenen, dus ook voor instellingen buiten het samenwerkingsverband.

Deelnemers in een samenwerkingsverband uit de curatieve zorg kunnen alleen subsidie aanvragen als deze nodig is voor een noodzakelijke aanpassing voor gegevensuitwisseling tussen langdurige en curatieve zorg. En:

– alleen als er hiervoor binnen de VIPP-regelingen in de curatieve zorg geen subsidie is, of;
– als u niet eerder een VIPP-subsidie heeft ontvangen voor dezelfde module of dezelfde activiteiten.

 

Criteria

Een samenwerkingsverband bestaat uit minimaal vier deelnemers, waarvan (minimaal) twee zorginstellingen zorg verlenen op grond van de Wlz, of wijkverpleging op grond van de Zvw.

In een samenwerkingsverband zitten in ieder geval zorgaanbieders uit de langdurige zorg. Daarnaast bevat het aanbieders uit de curatieve zorg die met de aanbieders uit de langdurige zorg samenwerken. Hierdoor is de hele zorgketen voor cliënten vertegenwoordigd.

Een van de deelnemers van het samenwerkingsverband uit de langdurige zorg is de projectleider (coördinerende instelling) van het samenwerkingsverband. Alle deelnemers van een samenwerkingsverband ondertekenen de samenwerkingsovereenkomst.

  • Het budget voor 2019 is € 1,5 miljoen.
  • Het minimale bedrag van de subsidieaanvraag is € 25.000 per zorgaanbieder.
  • De subsidie voor de modules PGO en eOverdracht bedraagt maximaal € 200.000 per module.
  • De projectleider van een samenwerkingsverband ontvangt € 25.000 voor de coördinerende werkzaamheden.
  • Als de subsidie is toegekend wordt deze in maandelijkse termijnen overgemaakt.

 

Subsidie aanvragen

Een instelling kan zelfstandig subsidie aanvragen voor de module PGO. Aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst. De ontvangstdatum is de datum waarop de volledige aanvraag is ontvangen door DUS-I.

Aanvragen die binnenkomen nadat het budget is uitgeput worden afgewezen. Aanvragen kan tot 1december 2019.
Online aanvraagformulier module PGO (vanaf 13 september).

 

Modules PGO en eOverdracht

De projectleider vraagt als eerste subsidie aan namens het samenwerkingsverband. Alle partners krijgen vervolgens een link naar een eigen aanvraagformulier. Hierop zijn enkele gegevens al vooringevuld.

Beschikkingen worden individueel aan de partners gestuurd. Voor andere zaken wordt primair met de contactpersoon van de projectleider contact opgenomen.

Aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst. De ontvangstdatum is de datum waarop de volledige aanvragen van alle samenwerkingspartners zijn ontvangen door DUS-I. Aanvragen die binnenkomen nadat het budget is uitgeput worden afgewezen.

Aanvragen kan tot 1december 2019.
Online aanvraagformulier samenwerkingsverband

 

Verantwoorden

Aan het eind van het project moet over de subsidie verantwoording worden afgelegd. De manier waarop hangt af van de hoogte van de subsidie.

Subsidiebedrag per zorgaanbieder: tussen € 25.000 – € 125.000
DUS-I doet de eindbeoordeling. Hierbij wordt:

  • het eindrapport beoordeeld;
  • een mogelijk (steekproefsgewijs) werkbezoek aan de zorginstelling uitgevoerd;
  • beoordeeld of de resultaten zijn behaald en de ICT-oplossingen generiek toepasbaar zijn. Lees hierover meer onder het kopje ‘Aanvraagcriteria’.

Subsidiebedrag per zorgaanbieder: boven € 125.000
DUS-I doet de eindbeoordeling. Hierbij wordt:

  • het eindrapport beoordeeld;
  • een mogelijk (steekproefsgewijs) werkbezoek aan de zorginstelling uitgevoerd;
  • beoordeeld of de resultaten zijn behaald;
  • bekeken of er een accountsverklaring over de kostenverantwoording is;
  • met een IT-audit vastgesteld of de ICT-investering voldoet aan de geplande doelstelling en de ICT-oplossingen generiek toepasbaar zijn. Lees hierover meer onder ‘Aanvraagcriteria’ en de veelgestelde vragen.

Als niet wordt voldaan aan de criteria kan (een deel van) de subsidie worden teruggevorderd.

 

Den Haag

De stad Den Haag was eerder dit jaar de voorloper. De gemeente Den Haag, ondernemers en ziekenhuizen boden toen  het manifest ‘Samen Vooruit’  aan minister Bruno Bruins van medische zorg aan.

In het manifest vraagt Den Haag samen met onder andere ondernemersvereniging VNO-NCW, zorginstellingen en ziekenhuizen in de stad aandacht voor een betere gegevensuitwisseling en een verdere digitalisering.Ook universitaire instellingen en veel grote bedrijven doen mee.